Recepten
Bauernkrapfen
Duits/Oostenrijkse donuts: Zo kun je Bauernkrapfen nog het beste omschrijven. Het gefrituurde gistgebak, vooral populair in Salzburg en Tirol, wordt zoet (met jam) als hartig (met zuurkool) gegeten.

Bauernkrapfen
Ingrediënten (voor ten minste 6 stuks)
- 600 g tarwebloem
- 3 eieren
- 50 g boter
- 1 blokje verse gist
- 4 el kristalsuiker
- 1 theelepel zout
- 250 ml melk
- Olie om te frituren
- Poedersuiker om te bestrooien
- 1 scheut rum
Bereiding
Doe de boter in een steelpan, voeg de melk toe en verwarm alles langzaam onder voortdurend roeren (niet laten koken).
Meng de bloem, het zout, de gist en de suiker in een kom.
Voeg de dooiers en de rum toe aan de melk en roer de dooiers goed geklopt zijn. Voeg het melkmengsel toe aan het bloemmengsel en kneed alles tot een zijdezacht, glad deeg. Het deeg is klaar als het bubbelt en loslaat van de rand van de kom.
Dek af met een doek en het deeg op een warme plaats rijzen (ongeveer 30 min.) tot het in volume is verdubbeld. Kneed het deeg nogmaals op een met bloem bestoven werkvlak. Vorm er ten minste zes bolletjes van met een doorsnede van ongeveer 3 cm, dek af met plasticfolie en laat ze opnieuw ten minste 20 minuten rijzen tot ze weer in volume zijn verdubbeld.
Druk elk balletje met de hand plat tot een schijf. Druk met je vingers een inkeping in het midden van de schijf zodat ze in het midden heel dun zijn en aan de buitenkant een gelijkmatige, dikke ‘kraag’ hebben..
Draai de Bauernkrapfen één voor één om en schuif ze voorzichtig in de hete olie (160 graden) met de inkeping naar beneden.
Bak ze tot ze drijven en gebruik een lepel om het hete vet over de bovenkant te sprenkelen. Draai de Bauernkrapfen om als ze goudbruin zijn en bak ze dan nog kort aan de andere kant.
Haal de krapfen uit het vet, laat ze uitlekken op keukenpapier en bestrooi ze – als ze afgekoeld zijn – met poedersuiker.
Tips & Weetjes
- Geen frituurpan? Bak de Bauernkrapfen dan in een brede en hoge pan. Het vet moet ten minste drie centimeter hoog staan.
- Bauernkrapfen zijn een traditioneel Oostenrijks/Duits gefrituurd deeggebak dat erg populair is in Oud-Beieren, Franken, West-Oostenrijk, Zuid-Tirol en Thüringen. Afhankelijk van de regio heeft het verschillende andere namen, waaronder Auszogne, Krapfen en Kiachl (met name in Tirol).
- Bauernkrapfen werden vroeger vooral gebakken in de oogsttijd en op kerkelijke hoogtijdagen. Het is een populair gerecht op boerenmarkten en andere evenementen, en de ‘donuts’ worden ook graag meegenomen op wandelingen. Ze worden zowel zoet (met cranberrycompote in de inkeping of bestrooid met poedersuiker) als hartig (met zuurkool in de inkeping: Krautkrapfen) gegeten.

Spitzbuben

Salzburger Bierfleisch

Bauernkrapfen

Knoflookcrèmesoep

Runderroulade

Apfelknödel

Alt-Wiener Suppentopf

Montafoner kaassoep

Zuurkoolstrudel

Germknödel

Weense aardappelgoulash

Sauerkrautpuffer

Eiernockerl

Schwammerlgulasch

Buchteln

Maanzaad-Guglhupf

Schupfnudeln met maanzaad

Reisfleisch

Salzburger Nockerln

Osterkranz

Weense goulash

Tiroler Gröstl

Weense Apfelstrudel

Topfenreinkalan

Schlutzkrapfen

Flammkuchen à la Wiesen

Marillenknödel

Kärntner Reindling

Striezel

Spinazie- of daslookknoedels

Waldviertler Mohnzelten

Tafelspitz

Pannonische koolsoep

Krautfleckrl

Gebackene champignons

Frittatensuppe

Backhendlsalat

Pannonische vissoep

Käsespätzle

Pompoen-aardappelstoofpot

Wiener Schnitzel

Lesachtaler
brood

Kaspressknödel
(suppe)

Kaiserschmarren

Linzer Torte

Admonter
Xeis-Burger

Käferbohnensalade