Wenen in het spoor van The Third Man

Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest

Met de achtervolging van Orson Welles, alias Harry Lime, door de Weense riolen werd de film The Third Man wereldberoemd. Verkenning van Oostenrijks hoofdstad, onder- én bovengronds, in het spoor van de iconische film.

Verzamelpunt tegenover Café Museum

3MannTour: Verzamelpunt tegenover Café Museum

We staan in het Girardipark aan de Karlsplatz in Wenen, tegenover Café Museum. Met een twintigtal andere bezoekers nemen we deel aan de 3Manntour door het Weense riool, in het spoor van de achtervolgingsscène uit The Third Man. Een van de beroemdste scènes uit de filmgeschiedenis, met Orson Welles als Harry Lime, is namelijk (deels) opgenomen in dit rioleringssysteem. We krijgen een helm en hoofdlamp, onze gids opent de stervormige putdeksel en samen dalen we via de originele wenteltrap uit de film zeven meter af naar een van de oudere delen van het riool.

Ingang van de kanalisatie

Ingang van de kanalisatie

Om het geheugen op te frissen… The Third Man van regisseur Carol Reed speelt zich af in het naoorlogse Wenen, dat deels in puin ligt en bovendien door de geallieerde overwinnaars (Amerika, Rusland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) in zones is opgedeeld. De wederopbouw moet nog beginnen, alleen het beroemde reuzenrad uit 1897 draait alweer. In de stad is gebrek aan van alles en de zwarte markt tiert welig. De Amerikaanse pulpschrijver Holly Martins (Joseph Cotten) arriveert in de stad om zijn oude vriend Harry Lime (Orson Welles) te bezoeken, maar verneemt dat Lime kort daarvoor onder merkwaardige omstandigheden om het leven is gekomen. De rest van de film gaat hij op onderzoek uit om de waarheid te achterhalen. Hij ontdekt uiteindelijk dat Lime nog leeft en door de militaire politie wordt gezocht voor penicilline-smokkel. De wilde klopjacht door het Weense riool is een van de sleutelscènes uit de filmklassieker.

Eerst poetsen, dan filmen

Een van de ondergrondse ruimte waar de film werd opgenomen

De ondergrondse ruimte waar de film werd opgenomen

Wij zullen tijdens onze circa 45 minuten durende rondleiding slechts een fractie van het inmiddels 2400 kilometer lange rioleringssysteem verkennen. Het eerste dat opvalt als we eenmaal ondergronds zijn: Eigenlijk stinkt het er nauwelijks en ziet alles er relatief schoon uit. ‘Zolang alles in beweging blijft, valt de stank inderdaad wel mee’, vertelt onze gids. Misschien ook treffen we een goede dag. Orson Welles, toen al een superster, vond de stank juist niet te harden. Aanvankelijk weigerde hij zelfs om er te filmen. Pas nadat de muren met borstels en groene zeep waren schoongemaakt ging hij alsnog akkoord, maar alleen voor scènes waarop hij herkenbaar in beeld moest, vertelt onze gids. ‘Voor alle scènes waarin hij op de rug of van verre te zien is, moest een stand-in gezocht worden. Nu was het in het naoorlogse Wenen nog niet zo gemakkelijk om iemand te vinden die net zo corpulent was als Welles, maar uiteindelijk bleek de broer van een slager uit het Waldviertel te voldoen. Die had ook in de oorlog blijkbaar genoeg te eten gekregen.’

Drinkwaterkwaliteit

Terwijl we achter onze gids aan door de ondergrondse gangen wandelen, worden we getrakteerd op meer van zulke anekdotes. Daarnaast krijgen we informatie over het ontstaan van de kanalisering in 1830 (in de strijd tegen cholera), de uitbreiding ervan toen de stad groeide, waterzuivering nu (alleen met zuurstof en bacteriën, zonder chemie) en het werk van de 330 rioolwerknemers. Die krijgen overigens wel stankoverlast te verduren, onder meer omdat de smalle rioolbuizen regelmatig met een schop moeten worden schoongemaakt. Naast vuil treffen ze geregeld smartphones, sleutels, kunstgebitten, paspoorten en sieraden aan: Allemaal in de wc of afvoer gevallen (al gebeurt dat laatste minder vaak sinds wasbakken sifons hebben). Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw, weet de gids, kende Wenen zogeheten Sifflinge: mensen (meestal daklozen) die leefden van de opbrengst van waardevolle spullen die ze in het riool vonden, zoals munten en sieraden.

Videoprojectie op de muur van de Überfallkammer

Intussen zijn we aangekomen in een grotere ruimte met een aantal waterbekkens. Hier blijkt de muziekvideo van de megahit ‘Jeanny’ van de Oostenrijkse zanger Falco te zijn opgenomen. Want ja, sinds The Third Man is het riool wel vaker als film- of videocoulisse gebruikt. Zo vindt professor Robert Langdon in The Da Vinci Code (2006) een geheime doorgang naar het riool en wordt Jason Bourne in de actiefilm The Bourne Supremacy (2004) door huurmoordenaars vervolgd door de tunnels, net als indertijd Harry Lime. Ook voor de Oostenrijkse krimiserie Commissaris Rex diende het riool vaker als decor.

Alle scènes voor The Third Man zijn opgenomen in een van de grotere ruimtes die we bezoeken: De zogeheten Überfallkammer. Het komt ons (te) klein voor. De suggestie dat Harry Lime door het halve riool wordt gejaagd, zo legt de gids uit, is gewekt met behulp van slimme camerahoeken en montagetechnieken. Terwijl we er meer over horen, worden fragmenten uit de film op de muur geprojecteerd en voelen we ons een beetje als in de bioscoop. Het is er in elk geval net zo donker, zeker als we onze hoofdlampen tijdelijk uitzetten. De illusie wordt echter verstoord door de auto’s die boven onze hoofden over enkele van de 50.000 Weense putdeksels denderen.

Vluchtende ratten

Wien-rivier

Wienkanaal – het riviertje de Wien stroomt onder de binnenstad door.

Na de volgende ruimte, waar het blijkbaar altijd naar bier ruikt als de vaten van de Ottakringer brouwerij worden gewassen, komen we uit bij de Wien. Deze stadsrivier wordt hier over een lengte van twee kilometer overdekt door een enorm gewelf.  Meestal eindigt de rondleiding hier, direct  onder de beroemde Naschmarkt. Alleen als het (flink) regent is dat niet mogelijk; dan maakt het razendsnel stijgend waterpeil een verblijf hier levensgevaarlijk.

Gelukkig is het vandaag zonnig en staande op de oever van de Wien krijgen we nog een laatste anekdote geserveerd. De gids vertelt dat de rioolratten in The Third Man uit een laboratorium moesten worden gehaald. ‘Eigenlijk wilde regisseur Carol Reed tijdens de opnames echte rioolratten met voedsel te lokken, maar zodra de lichten aangingen en de camera’s zoemden, vluchtten de beesten weg. Uiteindelijk liet hij daarom tweehonderd aan mensen gewende labratten bezorgen. Dat werkte zelfs iets te goed. Die ratten renden de mensen als hondjes achterna in de hoop op nog meer voedsel.’

De ‘Third Man Tour’ wordt tussen mei en oktober aangeboden op donderdag t/m zondag tussen 10.00 en 20.00 uur (elk vol uur, in meerdere talen). Kaarten zijn behalve in de voorverkoop ook ter plekke bij de kassa verkrijgbaar. Meer informatie: drittemanntour.at

Voor wie de film nog nooit gezien heeft of het geheugen wil opfrissen… de bioscoop Burg Kino (Opernring 19) vertoont de film noir ten minste drie keer per week in de originele Engelse versie. Kijk op de website voor de (wekelijks wisselende) planning.

Soundtrack van de film

Dritte Mann Museum

Een schat van informatie over de totstandkoming van The Third Man biedt het Dritte Mann Museum (Preßgasse 25 in Wenen), in 2005 geopend door fan en verzamelaar Gerhard Strassgschwandtner en zijn partner Karin Höfler. Verdeeld over zestien ruimtes zijn hier ruim 3000 originele tentoonstellingsstukken uit de hele wereld bij elkaar gebracht, onder meer camera’s, scripts, filmprops, foto’s die tijdens de opnames zijn gemaakt, bioscoopaffiches en zelfs een nog werkende bioscoopprojector uit 1936 die een korte filmsequentie afspeelt. Op dergelijke projectoren werd ook The Third Man voor het eerst vertoond.

Hoogtepunt is misschien wel de citer die Anton Karas bespeelde tijdens de opnames van de soundtrack van de film. Dat deze Weense musicus de filmmuziek en het legendarisch geworden Harry Lime-thema componeerde, zo komen we te weten, was puur toeval. Toen regisseur Reed op een dag na de opnames een Heurigen (wijnlokaal) bezocht, speelde Karas daar op zijn citer – een instrument dat Reed niet kende. Hij was zo onder de indruk dat hij meteen besloot dat Karas (die geen noten kon lezen) de filmmuziek moest componeren. Karas sprak geen Engels, Reed geen Duits. In een studio in London, improviserend terwijl hij naar de filmbeelden keek, wist Karas zijn opdracht niettemin tot een goed einde te brengen. Het Harry Lime-thema werd een wereldhit en stond wekenlang op de eerste plaats in de Amerikaanse hitparade. Karas kocht van de opbrengsten een eigen wijnlokaal, maar sloot na acht jaar gefrustreerd de deuren – omdat hij zich ergerde aan het geklets van gasten tijdens zijn optredens. Het museum eert hem nu met een eigen kamer vol informatie over zijn leven en muziek.

Voor en na de oorlog

Informatie over de Tweede Wereldoorlog in het Dritte Mann Museum

Strassgschwandtner vertelt dat zijn (particuliere) museum niet alleen filmfans trekt, maar ook mensen die geïnteresseerd zijn in Wenen voor en na de Tweede Wereldoorlog. Die voor velen relatief onbekende geschiedenis komt in het museum eveneens ruimschoots aan bod, onder andere via tal van originele foto’s van de stad in puin (Wenen werd in totaal 53 keer gebombardeerd) en – aan het einde van de oorlog – vluchtende Duitse troepen, oprukkende Russische soldaten en hongerende mensenmassa’s in de rij voor voedselhulp. In video’s vertellen (deels inmiddels overleden) inwoners van de stad over hun ervaringen uit die tijd, zoals een man die als kind fanatieke ‘Hitlerjunge’ was en er later zijn missie van heeft gemaakt op scholen te vertellen hoe stom hij was om in de politieke propaganda te trappen.

Interessant is ook een naoorlogse kaart met de opdeling van Wenen in Amerikaanse, Russische, Franse en Britse zones. Het centrum met alle regeringsgebouwen blijkt daar buiten te vallen. Omdat de geallieerden het niet eens konden worden over wie hier zeggenschap zou krijgen, besloten ze het uiteindelijk samen te besturen. Strassgschwandtner: ‘Dat werkte natuurlijk niet. Die gezamenlijke militaire politie werkte in de praktijk niet samen en probeerde elkaar juist continu te ondermijnen. Dat zie je in de film terug. Toen regisseur Reed ter voorbereiding in februari 1948 twee weken door Wenen toerde, constateerde hij dat alle gangsters en criminelen in de Russische zone woonden. Daar werden ze getolereerd zo lang ze informatie over de activiteiten van de andere geallieerden doorspeelden. Daarom liet hij ook Harry Lime in de Russische zone wonen en voor zijn smokkelpraktijken telkens naar de binnenstad reizen. Eer de militaire politie, verlamd door onderlinge concurrentie, in actie zou komen was hij altijd weer vertrokken. In die zin is de film goed gerechercheerd en geeft hij een tamelijk realistisch tijdsbeeld.’

Het Dritte Mann Museum is van maart tot oktober geopend, maar alleen op zaterdagmiddagen van 14.00 tot 18.00 uur. Gratis audioguides (Duits of Engels) voeren je door de tentoonstelling. Kijk voor meer informatie op de website van het museum: 3mpc.net

En verder…

Behalve door het Weense riool worden er in Wenen ook rondleidingen georganiseerd langs de belangrijkste opnamelocaties in de straten en pleinen van de oude binnenstad. Klik hier voor meer informatie. Voor wie op eigen gelegenheid op pad wil: In de winkel van het Dritte Mann Museum is een compact boekje verkrijgbaar met een overzicht van alle originele locaties waar scènes uit de film zijn opgenomen. Enkele highlights:

Palais Pallavicini

Palais Pallavicini

Josefplatz: Als Holly Martins bij aankomst in Wenen naar Limes adres informeert, krijgt hij te horen dat hij naar Stiftgasse 15 moet. In werkelijkheid vonden de opnames plaats bij en in Palais Pallavicini (Josefplatz 5). Op het plein voor het huis zou Harry Lime bij een aanrijding zijn gestorven. Holly Martin komt hier geregeld terug, omdat hij denkt dat de huisbaas belangrijke informatie achterhoudt.

Hotel Sacher: Hier woont Holly Martin tijdens zijn verblijf in Wenen. Na de oorlog waren in hotel Sacher (Philharmoniker Straße 4) Britse militairen ondergebracht. Ook Graham Greene, die het scenario voor The Third Man schreef, woonde er tijdens zijn voorbereidend onderzoek. Lees hier meer over de beroemde Sachertaart.

Schreyvogelgasse

Schreyvogelgasse: In het deurportaal van het huis op nummer 8 heeft Harry Lime zijn eerste optreden in de film (pas na een krap uur). Hij staat in de schaduw van de ingang en de kat van zijn geliefde (Anna) speelt met zijn schoenveters. Als Holly Martins de “onbekende” vraagt tevoorschijn te komen, valt er een straal licht op het gezicht van de dood gewaande Harry Lime.

Kerk en trap Maria am Gestade: Na Holly’s gênante optreden in het Engelse culturele centrum wordt hij achtervolgd door een knokploeg van de Roemeense schurk Popescu. Hij vlucht over de trap voor de kerk Maria Am Gestade (Salvatorgasse 12). Hier is ook een tegenshot gefilmd vanuit de deuropening met de kat. Achter Holly zie je de kerk en de fontein aan het einde van de trap.

Het reuzenrad in de Prater: Meteen na de oorlog werd het beroemde reuzenrad als een van de eerste gebouwen van de stad (samen met Stephansdom, Staatsopera en Burgtheater) gerestaureerd. Het lag in de Russische zone, maar Carol Reed kreeg toch toestemming om er te filmen. De scènes voor het reuzenrad, als Holly Martins zijn vriend Harry Lime confronteert diens misdaden, zijn op locatie geschoten. De opnames in een cabine van het reuzenrad vonden in de studio in London plaats. Informatie en bereikbaarheid: praterwien.com

De Rotonde op het Zentralfriedhof

Zentralfriedhof: Hier is de laatste scène uit de film opgenomen, waarin Anna na de begrafenis van Harry Lime woordloos aan Holly Martins voorbijloopt. Een bezoek aan dit gigantische kerkhof, waar tal van beroemdheden een eregraf hebben gekregen, is overigens altijd de moeite waard. Lees er meer over in onze reportage over Wenen en de dood.




Maria Anna Mozart
Leopold & Wolfgang Mozart
Thomas Bernhard
© Susanna von Canon RV
SOS Kinderdorpen