Handwerk

Josef Tritscher, Klokkentoren-maker

Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest

De houten klokkentorens op de nok van veel boerderijen in de Alpen hebben nu geen functie meer. Toch blijft timmerman Josef Tritscher uit Ramsau (Stiermarken) ze maken én verkopen. ‘Deze traditie mag niet verloren gaan.’
Josef Tritscher

Josef Tritscher

Van communicatiemiddel tot sierelement: zo omschrijft timmerman Josef Tritscher de veranderde functie van de typerende houten klokkentorens op de daken van veel Oostenrijkse boerderijen. ‘Door het luiden van de klok kon de boer maagden en knechten die op het land aan het werk waren snel bij elkaar roepen. Dat gebeurde sowieso als het tijd was voor de lunch of het avondeten, maar daarnaast ook bij festiviteiten of juist om te alarmeren bij brand, ongelukken of dreigend onweer.’

Oplevende belangstelling

KlokJosef (Sepp) Tritscher bouwt al in derde generatie klokken­torens. Veel van de kunstig vervaardigde exemplaren op boerderijen en landhuizen in de omgeving van Ramsau zijn gemaakt door zijn grootvader. Die begon er zo’n vijftig jaar geleden mee, toen ze hun functie als communicatiemiddel al min of meer hadden verloren. Toen zijn opa in 1981 overleed, had zijn vader er niet zo veel zin meer in en werd de werkplaats aanvankelijk door een gezel voortgezet. Zo’n dertig jaar geleden besloot Josef Tritscher het ambacht alsnog op te pakken, ‘omdat de traditie niet verloren mag gaan’. De vraag is niet groot genoeg om ervan te kunnen leven; vandaar dat hij daarnaast als timmerman (van onder meer meubels) de kost verdient. Toch merkt hij de laatste jaren een opleving in de belangstelling. ‘Als mensen een nieuw huis in landelijke stijl bouwen, willen ze graag een klokkentoren omdat het nu eenmaal bij die bouwstijl hoort. Ook al is het alleen nog voor de sier, toch wil bijna iedereen dat de klok ook daadwerkelijk kan luiden. We leveren dus compleet met koord en tegenwoordig ook wel met een elektrische aandrijving.’

Schijn bedriegt

In de etalage van zijn grote timmermanswerkplaats staan standaard drie modellen op voorraad. Ze zijn zo’n twee meter hoog en het ‘dak’ (het breedste deel van de helm) heeft een doorsnede van ongeveer 70 centimeter. ‘Vaak komen klanten binnen en zeggen ze: “Die wil ik op mijn huis.” Dan moet ik ze uitleggen dat schijn bedriegt. Door de afstand lijkt zo’n klokkentoren op een boerderij of huis niet zo groot, maar ze kunnen tot wel drie meter hoog zijn met een dakdoorsnede van 140 centimeter en een gewicht van 250 à 300 kilo. Die laad je niet zomaar in je auto en je hebt echt een hijskraan nodig om ze op het dak te plaatsen.’
De exemplaren in zijn etalage (tussen de 30 en 40 kilo zwaar) zijn bedoeld voor tuinhuisjes en worden soms inderdaad spontaan door toevallige passanten (zoals toeristen) aangeschaft en in de auto mee naar huis genomen. Hij werkt er zo’n vijfentwintig uur aan. De grote exemplaren, die hij alleen op bestelling maakt, vergen tenminste de dubbele hoeveelheid tijd. Daarnaast maakt hij (en inmiddels ook zoon Adrian) nog mini-torens van slechts 35 centimeter, die hun weg vinden naar bijvoorbeeld hondenhokken, kerststallen of bloembakken.

850 onderdelen

KlokketorenTritscher gebruikt voor zijn klokkentorens uitsluitend weerbestendig Oostenrijks larikshout dat in de loop van vier à vijf jaar grijsbruin kleurt. Elke nieuwe klus begint met het maken van de zuil waarop de klokkentoren rust. Die wordt in het dak verzonken en is dus vanaf de straat niet zichtbaar. Daarna volgen de versierde bogen waarop de helm rust, de helm zelf en de Schindel (houten dakplaatjes) waarmee de helm wordt bekleed. ‘Om de toren tegen weersinvloeden te beschermen, bedek ik alles net als bij het dak van een huis met drie lagen Schindel over elkaar, die bovendien elk apart zijn gespijkerd. Dat zorgt voor een lange levensduur.’

Inclusief decoratieve elementen, de klok zelf en de torenspits zijn er zo’n 850 onderdelen nodig voor één grote klok. De sjablonen die Tritscher gebruikt om de verschillende onderdelen op hout te tekenen alvorens ze uit te zagen, zijn nog van zijn grootvader. De klok zelf bestelt hij bij een klokkengieter uit Waidring (Tirol); de koperen kogel en aluminium haan op de torenspits worden door een slotenmaker in Ramsau vervaardigd. In plaats van de haan kunnen desgewenst andere symbolen worden besteld: kruis, steenbok, paard, auerhaan, paardenslee… ‘Kijk in Ramsau rond en je ziet dat er geen grenzen zijn aan de fantasie.’

Per jaar maakt Tritscher van elke maat klokkentoren hooguit acht exemplaren voor een prijs die (afhankelijk van speciale wensen) tussen de 500 en 4500 euro ligt. Hij verkoopt ze behalve in de nabije omgeving door heel Oostenrijk en daarnaast vooral in Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Eén toren heeft zelfs de weg gevonden naar de Amerikaanse staat Maryland. Handwerk ‘Made in Ramsau’. Dat wil hij best aan de grote klok hangen.
Tischlerei Tritscher, Vorberg 211, Ramsau am Dachstein, glockentuerme.at

Niet altijd bruin

De voor het landschapsbeeld zo bepalende houten klokkentorens zijn in Oostenrijk vooral te zien op traditionele boerderijen in het Tiroler Unterland, in delen van het Salzburgland (met name Pongau en Pinzgau) en Stiermarken. Ze kunnen rond, vierkant, zes- of achthoekig zijn. Vroeger waren de torens soms geverfd in felle kleuren als geel, groen of blauw en op onderdelen zelfs verguld, maar onder invloed van weer en wind is alle kleur gaandeweg vervaagd. Nu zijn de grijsbruine exemplaren standaard. Het touw (de Läuteseile) waarmee de klok kan worden geluid, wordt vanuit de klokkentoren naar beneden geleid door een dakbalk en via in de vloer van zolder en eerste verdieping geboorde gaten.

Kijk wat je allemaal in de omgeving kunt doen op onze wegwijzer.




IJsstockmacher Gerhard Wimmer
Roman Wörter© FREN Media
Christian Raich
Arie van Hoorne
Joseph en Miriam Koó
Florian Engl