Wandelen

Slow Villgratental

Tekst: Emely Nobis / Beeld: Frits Roest

In het Villgratental in Oost-Tirol is iets bewaard gebleven dat je in vrijwel geen andere Alpen­regio meer aantreft: een ­berglandschap zonder liften en beddenburchten. Op reportage in dit dal waar de tijd niet stil is blijven staan, maar net iets langzamer tikt.
Kamelisenalm

Uitzicht vanaf de Kamelisenalm

Kom naar ons. We hebben niets!’

Aldus de zelfbewuste marketingslogan van het Villgratental in Oost-Tirol. Het ongeveer 15 kilometer lange dal bestaat uit de strooidorpen Außervillgraten (1287 meter), Innervillgraten (1402 meter) en het gehucht Kalkstein (1640 meter). Samen hebben ze ongeveer 1700 inwoners. Ook twee kleine zijdalen (Arntal en Winkeltal) horen erbij. Veel is het misschien niet, maar het is genoeg, vinden de Villgrater zelf. Ins fahlt nicht: wij komen niets tekort. Wat ze namelijk wel hebben is een schitterende natuur voor de huisdeur: bergen alom, almdorpen met oeroude houten hutten, frisse lucht, stilte en rust. Eenvoudige schoonheid die het behouden waard is.

Geen massatoerisme

Innervillgraten

Innervillgraten

Dat was niet altijd vanzelfsprekend. In de afgelopen vijftig jaar werden er keer op keer plannen gemaakt om Innervillgraten met pisten en gondels te verbinden met skicentrum Sillian in het naastgelegen Hochpustertal. Wintersport was booming business en het geld was zeker welkom. Toch vond een meerderheid van de Villgrater de prijs te hoog. Ze maakten de bewuste keuze het massatoerisme de rug toe te keren en zijn daar achteraf maar wat blij mee. Het is een achterhaald concept, vinden ze nu. Liften, ski­circus, disco en beddenburchten vind je overal.

Sinds 2008 mogen Außer- en Innervillgraten zich Bergsteigerdörfer noemen: een titel die de Oostenrijkse Alpenvereniging (ÖAV) toekent aan dorpen die inzetten op zacht toerisme met respect voor de natuur, kleinschalige hotels en ‘beweging op eigen kracht’: dus wandelen en klimmen in de zomer, sneeuw-schoenwandelen, langlaufen en toerskiën in de winter. Met dit initiatief probeert de ÖAV te redden wat nog oorspronkelijk en onaangetast is in Tirol en elders in het land.

Liever bedelen

Wurzerhof

Wurzerhof

De keuze voor zacht toerisme betekent allerminst dat de tijd in het Villgratental stil is blijven staan. Ze tikt hier alleen net iets langzamer. Mensen nemen de rust om erover na te denken hoe ecologie en economie kunnen samengaan. Neem de Wurzerhof van Vroni en Sepp (Josef) Leiter in het Winkeltal. Sepp Leiter groeide er als oudste van vier kinderen op, maar verliet na de middelbare school het Villgratental om elders als vrachtwagenchauffeur te gaan werken: ‘Daarmee kon ik meer verdienen dan als knecht van mijn vader. Dat klinkt hard, maar indertijd was je als “zoon van” een gratis arbeidskracht totdat je het bedrijf kon overnemen.’

Wurzerhof werkplaats

De oude werkplaats van de Wurzerhof

Toen zijn vader alzheimer kreeg en de boerderij dreigde te vervallen, kwam hij onder druk van de bank en de burgemeester alsnog terug. In plaats van te verkopen (wat hij eigenlijk van plan was) besloot hij alsnog boer te worden. Hij stapte over op biologische landbouw en begon Schotse hooglanders, Tibetaanse jak en Karinthische brilschapen (een met uitsterven bedreigd ras) te houden. Met hulp van de Villgrater heemkundevereniging knapte hij de boerderij en alle bijgebouwen (zoals een kapel, zagerij en molen) op. Sinds 2001 staat het hele ensemble als een klein openluchtmuseum onder monumentenzorg. Josef en zijn vrouw geven er rondleidingen én ze verhuren een deel van de boerderij als groepsaccommodatie.

Wurzerhof Stube

Stube in de Wurzerhof

De authentieke sfeer trekt gasten uit heel de wereld. Die zorgen voor hun eigen maaltijden met vlees en groenten van de boerderij. Brood en andere producten kopen ze bij de lokale bakker en supermarkt. Zo profiteert ook het dorp mee. De Leiters hebben een goed evenwicht gevonden tussen boerenbedrijf en toerisme – al kunnen sommige oudere Villgrater zich daar niets bij voorstellen. Toen bekend werd dat ze kamers gingen verhuren, verzuchtte Leiters oude buurvrouw (‘die met haar drie koeien nauwelijks kon rondkomen’): ‘Seppeli, je haalt toch geen vreemden in huis. Ik ga nog liever bedelen!’

Rondom de Wurzerhof is er niets dan natuur: een beek, weides, steile hellingen en iets verderop een Kneipp-rondgang als ultieme attractie. Leiter: ‘Wij zijn er niet voor de mensen die thuis willen opscheppen over hun vakantie, maar voor degenen die echt waarde hechten aan natuur, rust en tijd. Mensen die kunnen genieten van nietsdoen.’

Rondleidingen mogelijk van medio juni tot medio september. Winkeltal 114 in Außervillgraten, wurzerhof.at

Culinaire hotspot

Gannerhof

Gannerhof

Van Außervillgraten rijden we dal inwaarts naar Innervillgraten, waar we logeren in hotel-restaurant Gannerhof (Gasse 93) van de familie Mühlmann, eveneens pioniers van een ander soort toerisme. Zij richten zich op de natuurliefhebbers die ook fijnproevers zijn. Voor de natuur zorgt het omringende berglandschap. De drie vrijwel originele Villgrater boerderijen op hun terrein zijn van binnen traditioneel-eigentijds ingericht met veel hout, natuurlijke materialen en Villgrater handwerk naast moderne kunst.

Josef Mühlmann

Josef Mühlmann © Matteo Marioli

Een culinaire hotspot werden ze nadat vader Alois Mühlmann zijn grootvaders boerderij (uit 1719) erfde. Samen met zijn vrouw Monika besloot hij iets te beginnen wat er tot dan toe niet was in het Villgratental: een Gasthof voor genieters met als motto ‘goed eten, drinken en slapen’. Alois vulde de kelder met kwaliteits- in plaats van slobberwijnen. Monika serveerde verfijnde gerechten en porties die heel wat kleiner waren dan de toen overal populaire Grillteller. De Villgrater gasten bleven in eerste instantie weg (‘Daar hoef je niet meer naartoe; je wordt er niet zat’). Onder gourmets van buiten verwierf Monika juist een reputatie én een eerste Gault Millau-koksmuts. Zoon Josef, die sinds 2003 in de keuken staat, heeft er inmiddels zelfs vier. Hij kookt met (vooral biologische) ingrediënten van maar liefst 46 regionale leveranciers – ook uit het aangrenzende Zuid-Tirol. Hij is het soort kok die, voordat hij naar de markt gaat, aan z’n hotelgasten vraagt waar ze zin in hebben… dan kan hij er (mits in seizoen) rekening mee houden.

We dineren elke avond heerlijk in een van de mooie Gaststuben en genieten daarna op het terras van de idyllische omgeving, lezend of ontspannen kletsend met andere gasten of met de chef zelf. Geen wonder dat de Gannerhof veel stamgasten heeft, inmiddels ook opnieuw bij de lokale bevolking. Niettemin: Josef Mühlmann benadrukt dat het de nodige extra inspanning kost om toeristen naar deze plek in the middle of nowhere’ te krijgen. ‘Ook al zitten we op de eerste rij als het gaat om kwaliteit van leven, we zijn nu eenmaal geen toerisme-hotspot.’

Samen sterk

Mede daarom hebben zeven topbedrijven uit het dal zich verenigd onder de noemer Kraftwerke Villgraten (samen staan ze sterk). Ze verwijzen klanten naar elkaar, doen samen aan public relations en gebruiken waar mogelijk elkaars producten. Zo wordt alle smeedwerk van de Gannerhof gemaakt door de smidse Steidl en komen de schapenwollen matrassen en lattenbodems in de hotelkamers van Villgrater Natur: producent van zo’n beetje alles wat je van schapenwol kunt maken.

Villgrater Natur Haus

Villgrater Natur Haus © Tirol Werbung

Dit bedrijf in een mooi pand van hout en glas (Innervillgraten 116) ligt bijna tegenover de Gannerhof aan de andere kant van de Villgratenbach. Toen bergboer Josef Schett in 1991 besloot de wol van zijn bruine bergschapen zelf te gaan verwerken, was ook hij een pionier. Zijn sprong in het diepe pakte goed uit. Door in te zetten op hoogwaardige kwaliteit is hij vandaag de dag een wereldwijde speler. Door rondleidingen door zijn bedrijf aan te bieden, draagt hij bij aan het soort oprecht geïnteresseerde toeristen die de regio graag ziet komen. Tijdens zo’n rondleiding volg je de ‘weg van de wol’, krijg je een demonstratie historisch spinnen en weven en kijk je toe bij de moderne productie van matrassen, dekbedden en kussens én het gepatenteerde geluiddempend isolatiemateriaal Woolin (100% schuurwol) dat vooral wordt gebruikt in de bouw. De showroom/winkel verkoopt naast eigen producten ook regionale lekkernijen als schnaps, jam of honing.  

Almdorpen

Oberstalleralm

Oberstalleralm

De eerste boeren die zich vanaf 1140 in het Villgratental vestigden, werden door de eigenaren van het dal – kloosters en adellijken – hierheen gehaald om de bossen te rooien. Met een beetje veeteelt en akkerbouw hielden ze het hoofd boven water, al moesten ze een deel van de opbrengst afdragen aan hun bazen. Aan het einde van de middeleeuwen telde het dal zo’n 120 boerderijen. Om de groeiende bevolking van huisvesting en landbouwgrond te voorzien, werden deze oer-boerderijen – tot dan toe collectief gerund – vanaf de 15e eeuw veelal opgesplitst (soms wel tot 1/96ste). Daarnaast werden steeds hoger gelegen bergweiden in gebruik genomen om het vee ’s zomers te laten grazen en een wintervoorraad hooi te verzamelen. Vee, boeren en hun families brachten de zomer door in almhutten (Kasern of Kammern genoemd) die eerder kleine boerderijen met twee verdiepingen zijn: boven woning, beneden stal. Zo ontstonden de voor Innervillgraten typerende almdorpen Oberstaller, Kamelisen en Alfen. Vandaag de dag zijn de hutten geliefde vakantieverblijven met (meestal) stromend water, houtkachels en zonnepanelen maar verder weinig luxe en geen vertier behalve – alweer – de natuur.

Unterstalleralm

Unterstalleralm

Een van de mooiste almdorpen is de Oberstalleralm op 1865 meter aan het begin van het Arntal. Wij rijden over een geasfalteerde weg naar de berghut Unterstalleralm op 1673 meter en volgen vanaf de parkeerplaats de bordjes naar de Oberstalleralm. Het blijkt een mooie route over een goed begaanbaar pad, deels door het bos, met telkens weer mooie doorkijkjes. Het almdorp dat na een klein uur licht klimmen opdoemt, is een idylle. Zestien rustieke ‘blokhutten’ en een wit kapelletje omgeven door de Villgratengroep en de bijna drieduizenders Weiße Spitze, Rote Spitze en Große Degenhorn. Daartussen grazende koeien. De meeste boerderijtjes dateren uit de 19e eeuw; vaak zijn ze in de 20ste eeuw deels gerenoveerd. Drie hutten werden in de tweede helft van de vorige eeuw in oude stijl nieuw gebouwd. De kapel dateert ook pas uit 1956. Ze moest het dorp beschermen tegen sneeuw en grondverschuivingen.

We worden aangesproken door een Duitse toerist op leeftijd die hier al jarenlang met zijn vrouw alle zomers doorbrengt. Het boerderijtje dat hij huurt, heeft niet eens stromend water. Een paar keer per dag loopt hij naar de ruisende bergbeek om een teiltje te vullen. We willen weten of hij het niet te geïsoleerd vindt. Het tegendeel blijkt het geval. Als de almhutten in september sluiten, stemt hem dat altijd weer een beetje treurig. Waar kun je nog zo ver van alle hectiek een zijn met de natuur?

De stroper en de jager

Kalkstein

Zijdal Kalkstein

Terug bij de Unterstalleralm drinken we een Holler (vlierbessensap) op het terras voordat we in de auto terug naar Innervillgraten stappen. Onderweg maken we een tussenstop in het gehucht Kalkstein om er op het kerkhof van pelgrimskerk Maria Schnee het graf van Pius Walder te bezoeken. Deze houthakker en stroper werd in 1982 in Kalkstein neergeschoten: een gebeurtenis die het Villgratental lange tijd diep heeft verscheurd.

Kerk en Pastorie in Kalkstein

Kort gezegd zou een jachtopzichter schoten hebben gehoord en vervolgens twee collega’s erbij hebben gehaald om de vermeende stroper te arresteren. Een van hen, Johann Schett, zag inderdaad een stroper: het gezicht met roet onherkenbaar gemaakt. Toen die wilde vluchten, schoot Schett hem neer. Later bleek dat er met Walders geweer niet was geschoten en dat hij dus niet op heterdaad kon zijn betrapt. Verdacht was bovendien dat hij met acht kogels was doorzeefd, waarbij een schot in het achterhoofd fataal bleek. Zijn broer Hermann is er daarom tot op heden van overtuigd dat Pius door Schett wel degelijk werd herkend en doelbewust koelbloedig werd neergeschoten – om van de stroper af te zijn. Dat Schett slechts drieënhalf jaar gevangenisstraf kreeg (voor doodslag in plaats van moord) en na anderhalf jaar alweer vrijkwam, ziet Hermann (en met hem veel Oostenrijkers) als een vorm van klassen­justitie: jagers boven stropers.

Graf van Pius Walder

Graf van Pius Walder

Tussen de families en sympathisanten van zowel Walder als Schett (inmiddels overleden) heeft de gebeurtenis nog jarenlang tot tal van deels gewelddadige conflicten en pesterijen geleid. Op zijn grafsteen zien we dat Pius Walder slechts dertig jaar is geworden. Zijn gewelddadige dood en de nasleep ervan is in meerdere films en boeken gethematiseerd en heeft het Villgratental tot over de landsgrenzen bekend gemaakt. Inmiddels lijkt de rust te zijn weergekeerd. Gelukkig maar: dat past veel beter bij dit ogenschijnlijk zo vredige, simpelweg mooie dal.

Hartroute door het Villgratental

Almenlandschap

Almenlandschap met zwaluwnestje (zo worden deze hooggeleden boerderijen soms genoemd)

Als je een lijn trekt langs de vijftig bergtoppen die het Villgratental omsluiten, ontstaat er (vanuit vogelperspectief bezien) de vorm van een hart. Dat ontdekten een aantal jonge bergbeklimmers al in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Daarom heeft een wandelroute door deze bergcoulisse nu de naam Herz-Ass-Weg gekregen. Het zijn vijf etappes van samen 76 kilometer (5.750 meter stijgen, 4.900 meten dalen) met blik op onder meer Großglocker, Großvenediger, Lienzer Dolomieten, Zillertaler Alpen en Hohe Tauern: een weids uitzicht dat door alpinist Ludwig Purtscheller (1849-1900) als ‘Hochbelvedere ersten Ranges’ werd omschreven.

De hoofdroute ligt op ongeveer 2000 meter hoogte en volgt vaak paden die vroeger door herders en melkmeisjes werden benut om van alm tot alm te lopen. Echte berggeiten kunnen omwegen naar bergtoppen maken. Omdat de overnachtingsmogelijkheden op deze hoogte beperkt zijn, begint en eindigt elke etappe in principe in het dal. Daar zorgt een shuttleservice (Wandertaxi) voor het vervoer tussen accommodatie en begin- of eindpunt van de etappes. Dat heeft als voordeel dat je niet per se elke dag (achter elkaar) op pad hoeft. Elke etappes heeft een eigen naam en thema: de Almenweg (over negen almen), de Salzsteig (een historische zoutroute), de ‘weg van bronnen en water’ (een gebied met bergbeken en -bronnen), de Jöcher (deels over de oude smokkelroute naar Kalkstein) en de grenslandweg (langs de grens met Zuid-Tirol).

De hoofdroute van de Herz-Ass-Weg, met dagetappes van zes tot acht uur, is voor iedereen met een goede conditie en uitrusting te doen en desgewenst met gids te boeken. Wie zich de dagelijkse klim omhoog en omlaag wil besparen, kan soms een overnachting in een berghut boeken. De beste tijd om deze ‘hartroute’ af te leggen is vanaf eind juni tot begin oktober. Meer informatie, ook over pakketreizen met overnachtingen en halfpension: herz-ass-villgraten.at

Overige Tips & Adressen

Algemeen

Het Villgratental ligt in Oost-Tirol op de grens met Zuid-Tirol en is per auto het beste bereikbaar via de Felbertauernstraße. Vanaf het treinstation in Lienz en het vliegveld in Innsbruck rijden er bussen naar en door het dal. Plan je reis op: felbertauernstrasse.at of anreise.osttirol.com

Wie in het Villgratental wil wandelen, moet het zonder liften doen. Gelukkig zijn er wandel- en mountainbikeroutes voor elk niveau, zowel door het dal als in de bergen. Algemene informatie over routes, accommodaties, gastronomie, bezienswaardigheden en evenementen: osttirol.com; villgratental.com

Overnachten & Gastronomie

Gannerhof

Gannerhof Stube

Stube in de Gannerhof

Een idyllische ligging, mooie Gaststuben in een historische boerderij, comfortabele, individueel ingerichte hotelkamers én heerlijk eten: Josef en Carola Mühlmann van gourmethotel- en restaurant Gannerhof weten hoe ze het gasten naar de zin moeten maken. Dé plek om tot rust te komen en je alom verwend te voelen. In het restaurant zijn zowel hotel- als à la carte-gasten welkom. Gasse 93 in Innervillgraten, gannerhof.at

Almhutten
De almhutten (onder andere op de Oberstalleralm) die ’s zomers als vakantiewoning worden verhuurd, hebben verschillende eigenaars. Overzicht en boekingsinformatie: villgratental.com

Unterstalleralm

Unterstalleralm

Unterstalleralm

Bij dit Jausenstation kun je terecht voor een Brettljause, Graukäse, Schlutzkrapfen, zelfgemaakt gebak en andere Tiroolse specialiteiten, met ingrediënten van regionale boeren. Direct bij dit bergrestaurant begint een korte rondwandeling naar de Klapfbachwasserfall: een vijftig meter hoge waterval die je vanaf een uitzichtplatform van dichtbij kunt zien en voelen. De vlakke tocht langs een bergmeertje (de Schwarzsee), een hooischuur en door met bloemen begroeide weiden is een leuk uitstapje. Geopend van eind mei tot eind oktober, met de auto bereikbaar. Routeplanner: 9932 Innervill­graten

Evenementen

Sternsingen

© Sternsinger Außervillgraten

Elk jaar tussen Kerst en Driekoningen vindt in Außervillgraten het Sternsingen plaats. Volwassen mannen trekken in zelfgemaakte kostuums van huis naar huis om traditionele Nieuwjaarsliederen te zingen. De traditie is UNESCO Immaterieel Cultureel Erfgoed. Lees hier meer over deze traditie.

In zowel Außer- als Innervillgraten zijn er geregeld kleinere evenementen met optredens van lokale muziekkapellen, volksdansgroepen of schutters. Meer informatie: ausservillgraten.tirol.gv.at; innervillgraten.info

Kijk wat je allemaal in de omgeving kunt doen op onze wegwijzer.

Meer over Oost-Tirol