Made in Austria: Thomastik Infeld

Ambachtelijke snaren

Tekst: Emely Nobis / Beeld: Thomastik Infeld

Hoe een Weense manufactuur al honderd jaar de juiste snaar raakt voor instrumenten als viool, cello, bas en gitaar.

Thomastik - Saiten

Wat is Thomastik Infeld?

Een Weense producent van 1300 verschillende soorten snaren voor vrijwel alle strijk- en snaarinstrumenten behalve harp en piano: van viool, cello en gitaar tot banjo, cavaquinho of ehru. Ze worden naar ruim tachtig landen geëxporteerd en gebruikt door musici als jazzgitarist George Benson, het Emerson String Quartet en cellist ­Mstislav Rostropovich. Oprichters waren vioolbouwer Franz Thomastik en ingenieur Otto Infeld. Dat was honderd jaar geleden: in 1919. Als vioolbouwer zocht Thomastik een alternatief voor de instabiele darmsnaar die onder invloed van luchtvochtigheid snel ontstemd raakte. Samen met materiaalspecialist Infeld ontwikkelde hij stalen snaren. Die werden toen wel al in piano’s verwerkt, maar hen lukte het als eerste om dit harde materiaal voelbaar prettig te maken voor viool & co. Na het overlijden van Franz Thomastik in 1951, verwierf Otto Infeld de hele onderneming. Na diens dood in 1965 werd het bedrijf voortgezet door weduwe Margaretha en zoon Peter. Zij zorgden in 1970 voor de wellicht grootste revolutie in snarenland: de uitvinding van de nylon snaar. Aanvankelijk werd deze innovatie bespot: musici konden zich niet voorstellen dat snaren van kunststof een mooie klank wisten voort te brengen. Margaretha Infeld zette toch door en noemde de snaar zelfs enigszins provocatief Dominant – terwijl er dus van marktdominantie nog bepaald geen sprake was. Ze stuurde enkele sets naar een handelaar in de Verenigde Staten, die ze in handen drukte van de toen nog jonge, aanstormende ­violisten Pinchas Zukerman en Itzhak Perlman. ­Zij testten de snaren, waren meteen verkocht en de rest is ­geschiedenis.

Wie maken het nu?

Zdenka Infeld

Familiebedrijf Thomastik Infeld wordt inmiddels geleid door Zdenka Infeld, weduwe van Peter Infeld. Het gros van de ruim tweehonderd medewerkers (80 procent vrouw) werkt in de productie zelf: van het walsen van metaal tot het draaien en omspinnen van snaren, het gieten van hars en de finale kwaliteitscontrole. Hart van het bedrijf zijn de productontwikkelaars en technici. Elke snaar stelt namelijk andere eisen aan de gebruikte machines, die allemaal door de technici in eigen huis worden gebouwd of aangepast. De productontwikkelaars houden zich nog steeds intensief bezig met materiaalkunde. Daarbij gaat het tegenwoordig vooral ook om het vergroten van de kennis over het samenspel tussen instrument, snaar, strijkstok en hars, want dat alles tezamen bepaalt de klank. Zelfs de mate van zweetproductie van de individuele muzikant heeft invloed. Bij Thomastik Infeld delen ze honderd jaar ervaring graag met hun klanten: deels via video-tutorials, deels door musici uit heel de wereld naar Wenen te halen om hun problemen (zoals een snerpend geluid in de hoge tonen) ter plekke te laten analyseren. Technisch leider Franz Klanner – bij Thomastik Infeld ook wel de Einstein van de snarenkunde genoemd – kijkt, praat, luistert en sleutelt net zo lang tot het probleem is opgelost. Muzikant blij én Klanner blij, want elke puzzel die hij kan oplossen, vergroot weer de eigen kennis en kunde.

Wanneer is een snaar goed?

Bij Thomastik Infeld vinden ze dat hun snaren de persoonlijkheid van het instrument moeten ondersteunen. Om uit te leggen wat dat is, trekt Klanner de vergelijking met een gesprek in een drukke stationshal: ‘Je verstaat de ander dan niet omdat hij schreeuwt maar omdat zijn stem een heel eigen klankkleur heeft. Zo is het ook met hoogwaardige instrumenten. Zelfs in de uiterste hoek van een concertzaal hoor je elke nuance, niet omdat de violist zo hard speelt maar omdat het instrument z’n eigen kleur en ziel heeft. Daarom maken wij geen snaren die vooral een harde klank produceren: luidsterkte is geen kwaliteit en heeft niets te maken met klankkleur. Onze snaren moeten het instrument niet overstemmen, maar de musicus juist in staat stellen om via zijn instrument elke emotionele impuls uit te drukken.’
Een eerlijk geluid, noemen ze dat. Of anders gezegd: Als een musicus z’n instrument niet optimaal beheerst, hoor je dankzij alle nuance ook alle fouten.

Waarom in hartje Wenen?

Net als vroeger vindt de volledige productie en kwaliteitscontrole plaats in hartje Wenen. In het vijfde district Margareten is Thomastik Infeld inmiddels verspreid over vier forse huizenblokken naast elkaar. Het is er een kruip-door-sluip-door om van de ene naar de andere afdeling te komen. Een verhuizing naar een industrieterrein aan de stadsrand zou praktisch en bedrijfseconomisch voordeliger zijn. Toch is dat nooit een optie geweest. Het gros van de gespecia­liseerde werknemers woont immers in de buurt en hun kinderen gaan er naar crèche of school. Vaak blijven ze een leven lang in dienst en zijn de onderlinge contacten heel persoonlijk. Dat moet vooral zo blijven, vindt men. En dus blijven ze zitten waar ze zitten.

Waar krijg je het?

Bij gespecialiseerde muziekzaken en online: thomastik-infeld.com




Technisches Museum Wien
Heidi Horten
Jasmin Riener
Narrenturm
Vollpension in der Schleifmühlgasse
Caroline de Gruyter, Beter wordt het niet
Wildplukken
Na corona
Toeristenconcerten
Högler
Freud Museum
Thomas Bernhard
Palmenhaus Schönbrunn
Österreich Werbung
Sachertorte
Karlskirche
Café Central, Wenen
© Oostenrijk Magazine
Bal crashen
Vegane IJsjes
Max Stiegl
© Andreas Terlaak
© Oostenrijk Magazine
Wientourismus
El Woods
Friedhof St Marx
© Andreas Terlaak
Postzegel 175 jaar Wiener Philharmoniker
DebutantInnen