Column

Nostalgie

Tekst: Marcel Slagman

Stilte. Rust. Een witte wereld. Bomen die buigen onder een dik pak sneeuw, een verlaten piste in het woud. In Nederland hoor je altijd iets: de wind, het verkeer, mensen. Ergens in het skigebied van Bödele werd ik gegrepen door totale stilte. Het kan daar: Niemand tegenkomen op een piste in een besneeuwd bos, even stilstaan en niets horen. Het is een van de prettige herinneringen die ik heb aan de wintersportvakanties in Bregenzerwald.

In 1974 ging ik als kind voor het eerst met mijn ouders mee op wintersport naar Lingenau. Met de auto, maar zonder winterbanden of sneeuwkettingen. Wisten wij veel. We reden overal naartoe. Een dagje sightseeing in Lech was geen probleem. De Oostenrijkers staarden ons met verbazing aan. Mijn ouders waren kampeerders en hadden de kofferbak volgeladen met proviand, aardappelen incluis. We hadden geen idee wat het inhield: logeren in een pension. Daar kwamen we snel achter dankzij de gastvrijheid van Herr und Frau Faisst met hun heerlijke ontbijtservice en die ongekend dikke dekbedden op de slaapkamers. Dat was even iets anders dan een tent of caravan. De Herr des Hauses blonk tijdens het avondprogramma uit in lollige oud-Oostenrijkse spelletjes waarmee hij de diverse huisgasten tot elkaar bracht. Gemütlichkeit ohne Grenzen!

De aardappelen bleven in de auto, want we maakten kennis met de heerlijkheden uit de keuken van Gasthof zum Löwen. Daar moesten we ’s avonds gaan eten, had Faisst ons geadviseerd. Een gouden tip! ­Hirtenspiess, Rinder Saftgulasch, Pfeffersteak én de in Lingenau wereldberoemde Löwenteller vormden een terugkerende culinaire weldaad na een dag skiën.

Oorkonde

Het leuke van telkens weer logeren op dezelfde stek is dat bepaalde zaken terugkeren. De klanken van Heintjes ‘O, Tannenbaum’ en onvoorstelbaar lekkere koekjes onder de kerstboom, mannen en vrouwen gescheiden in de kerk am Heiligabend, de drie zingende koningen aan de deur met de indringende geur van wierook als souvenir. Na vijf opeenvolgende kerstvakanties in Lingenau kwam zowaar de burgemeester op bezoek. We kregen een oorkonde, waarna Herr Burgemeister bleef plakken. Hoe meer drank er vloeide, hoe roder zijn wangen en hoe schuiner de moppen. Maak je ook niet overal mee. Als fijnbesnaarde ziel raakte ik onder de indruk van Schwarzenberg. De oude houten huizen in combinatie met sneeuw en glinsterende lampjes in de kerstbomen zorgden voor een nostalgische sfeer. Kerst zoals je je Kerst voorstelt. Vanuit Bödele skieden we er zo naartoe en voordat je het wist, zaten we aan de chocolademelk in de behaaglijke Gasthof Hirschen.

Skiën leerden we in Hittisau en Waldrast, op een skipiste met twee liftjes. Later ontdekten we de veelzijdigheid van de skigebieden: van klein en familiair tot tamelijk grootschalig. Het aardige is dat je met één skipas van die diversiteit kunt profiteren. Ook prettig: Het ontbreken van reusachtige vreetschuren bij de pistes. Het kon destijds en het kan nog steeds: In een oude hut Gulaschsuppe nuttigen bij het haardvuur. Ook daarom keer ik ’s winters graag terug naar het lieflijke Bregenzerwald. Mét sneeuw­kettingen, maar zonder aardappelen…

Marcel Slagman is journalist, schrijver en fotograaf. Als kind ging hij voor het eerst met zijn ouders op wintersportvakantie in Bregenzerwald (Vorarlberg). Sindsdien komt hij er nog regelmatig.