‘Mijn hobby werd mijn beroep’

Ron Kapteyn uit Heerlen woont nu in Obervellach in Karinthië.

Ron Kapteyn

Ron Kapteyn

Hoe kwam je in Oostenrijk terecht?

‘Ik kom er al vanaf mijn peutertijd tijdens vakanties met mijn ouders en zus, voor het eerst in de zomer van 1962, eigenlijk altijd in de regio waar ik nu met mijn vrouw Caroline woon en werk.

Toen ik een jaar of tien was en met mijn vader op de Hochalmspitze in het Karintische Maltatal aan het wandelen was, zag ik voor het eerst bergbeklimmers met hun uitrusting naar beneden zag komen. Dat vond ik zo indrukwekkend dat het virus van bergwandelen en -klimmen me te pakken kreeg. Met mijn vader heb ik de nodige drieduizenders beklommen en ook met Caroline hebben ik veel actieve vakanties in Oostenrijk doorgebracht. In 1982 hebben we in Heerlen het tuincentrum van haar vader overgenomen en een eigen hoveniersbedrijf opgezet – want Caroline is tuinarchitect. Het tuincentrum hebben we heel langzaam afgebouwd en het hoveniersbedrijf heeft onze zoon inmiddels overgenomen. Zelf wonen we alweer vijftien jaar in Obervellach in Karinthië.’

Wat doe je er?

‘Als gecertificeerd ranger in het Nationale Park Hohe Tauern geef ik educatieve cursussen aan scholieren, begeleid ik excursies en ben ik gids tijdens meerdaagse bergtochten in de zomer en sneeuwschoenwandeltochten in de winter. Als ranger ben je bovendien de ogen en oren van de mensen op kantoor. Je controleert bijvoorbeeld de toestand van de wandelpaden en wijzigingen in flora en fauna. Ik ben twintig uur in dienst van het nationale park. Daarnaast werk ik als zelfstandig bergwandelgids en organiseer ik samen met Caroline natuurexcursies in de Hohe Tauern, want zij is in Karinthië eveneens gecertificeerd als bergwandelgids. Allebei vertegenwoordigen we het nationale park en het Oostenrijkse en Karinthische verkeersbureau bovendien geregeld op toerismebeurzen, zowel in Nederland als elders.’

Hoe wordt een Nederlander ranger in Oostenrijk?

‘We hadden al een almhut in Obervellach en zochten grond om een huis te bouwen, toen ik hoorde dat het nationale park Hohe Tauern zou worden uitgebreid en dat Obervellach Nationalpark-gemeente zou worden. Dat was eind jaren negentig. Ik ben toen meteen gaan praten met de directeur van het Nationale Park om te kijken welk personeel hij straks nodig had. Dat bleken onder andere rangers te zijn, in eerste instantie om oude wandelwegen te gaan activeren en het hele park vanuit Obervellach begaanbaar te maken. Later zou het ook gaan om excursies en het begeleiden van bergtochten. Ik vind het leuk om met mensen te werken en om kennis door te geven, dus het sprak me meteen aan. Daarom ben ik de driejarige opleiding tot ranger gaan volgen en heb ik nog een jaar extra gedaan om ook als zelfstandige volledig gecertificeerd en geautoriseerd te mogen werken in het nationale park. Ik ben voor alles geslaagd. Toen Obervellach in 2005 inderdaad officieel bij het nationale park kwam, had ik de enige in de regio de benodigde opleiding en kon ik na een sollicitatiegesprek meteen aan de slag.’

Hoe is het je gelukt te integreren?

‘Het helpt dat ik me als nieuwkomer in de regio vanaf het begin heb geëngageerd voor het nationale park en dat ‘ranger’ hier echt wel een titel met aanzien is. Omdat het om een nieuwe functie ging, heb ik bovendien niemands werk weggenomen, wat soms wel het geval is als je bijvoorbeeld als timmerman of in een winkel aan de slag gaat. Ik zet me ook bewust in voor het toerisme in de regio. Zo heb ik meegewerkt aan de ontwikkeling van de Alpe-Adria-Trail en hebben we een groot vakantiehuis gemaakt van de boerderij naast ons woonhuis. Die boerderij hebben we gekocht toen onze buurman, met wie we goed bevriend waren, plotseling aan een hartstilstand overleed. De verbouwing tot vakantiehuis hebben we bewust gegund aan plaatselijke ondernemers, ook al zijn ze soms wat duurder. We zorgen ervoor dat we iets doen voor het dorp en de omgeving. Daardoor zijn we inmiddels geaccepteerd en gerespecteerd en worden we voor allerlei besturen en organisaties gevraagd.’

Wat mis je uit Nederland?

‘Alleen onze zoon, maar we bellen dagelijks en hij komt regelmatig met zijn vrouw en zoon op bezoek.’

Tip

‘Een uitdrukking hier is: “Wie man in den Wald hinein ruft, so schallt es heraus.” Dat betekent zo veel als: Zoals jij anderen benaderd, zo reageren ze ook op jou. Wees eerlijk, sta open voor de ander en leef volgens de spelregels hier. Daar komt het in wezen op neer. Dat zit soms in kleine dingen. Neem bijvoorbeeld lokale dialectuitdrukking over en blijf het niet op een Nederlandse manier zeggen.’

Natuurexcursies: wanderundnaturerlebnishohetauern.com