Roller & Scheller

De jeugdige Roller draagt een riem met vrolijk klinkende belletjes; de oudere Scheller een riem met sonoor klinkende koeklokken. Die kunnen rond (Krumfen) of vierkant (Krepfen) zijn. Beiden hebben een rijk versierde ‘mijter’ met daarin een spiegel op het hoofd. De kleuren van hun kostuums zijn op elkaar afgestemd.

Heksen

De heksenbende bestaat uit een heksenmoeder, –vader en -oma en veertig heksen die met wild zwaaiende bezems en onder veel gekrijs dansen op de (bewust) valse ‘heksenmuziek’ van het jongensorkest dat hen begeleidt. De heksen (op de foto een heks uit de Buabefåsnåcht) reizen met hun eigen heksenwagen.

Laggen

De Laggeroller en -scheller, een ouder echtpaar, zijn de bejaarde versie van de Roller (de vrouw) en de Scheller (de man). Ze drijven de spot door hun jonge versies met overdreven heftige bewegingen te imiteren, maar dan precies omgekeerd. Tegelijk parodiëren ze hun eigen onvermogen om met de jeugd mee te doen.

Sackner

Sackner dansen tijdens de optocht om hun as en houden met een zak het publiek op afstand. De deftige Ture­sackner draagt een spitse, hoge hoed en harlekijnachtig kostuum, de Bauresackner ziet eruit als een Tiroolse boer uit de 19e eeuw en de vrouwelijke Wifligsackner (foto) draagt een zware geplooide rok (Wiflig).

Beren

De berenbende is een groep van twaalf tot vijftien bruine en witte beren met berentemmer en tamboerspeler, met ook een eigen berenwagen. Het gaat niet zachtzinnig toe. De beren worden door hun temmers geregeld op de kop geslagen. Vaak worden de beren begeleidt door apen, die graag mutsen van toeschouwers stelen.

Spritzer

Spritzer dragen allemaal een waterspuit die ze gebruiken om het publiek op afstand van de dansers te houden. De Altfrankspritzer (foto) is gekleed als een edelman uit de Barok. De Mohrenspritzer is een zwarte edelman. De Engelspritzer ziet er dan wel uit als een engel, maar spuit net zo goed ijskoud water.

Vogelhandelaar

De figuur van de vogelhandelaar – met op zijn hoofd een vogelkooi – is vrij recent en dateert uit de tijd (tussen de 16e en 18e eeuw) dat de mijnwerkers uit de zilvermijnen rondom Imst extra geld verdienden met het fokken en verkopen van kanarievogels. De vogelhandelaren van Imst waren in heel Europa bekend.